Wandelen in het Speulderbos, tussen Garderen en Putten.
Het Putterbos is voor mij geen onbekend terrein. Het is letterlijk mijn achtertuin. Vanuit de rand van Putten wandel ik vandaag samen met naamgenoot Gert een route van ongeveer twaalf kilometer. Een perfecte manier om bij te praten én om te genieten van de schaduw op deze warme zomerdag.
Startpunt: Prins Hendrikweg
We beginnen bij de parkeerplaat Prins Hendrikweg in het bos. Je kunt hier kiezen uit verschillende routes en bezienswaardigheden. Bijvoorbeeld een route langs de vele grafheuvels die in dit gebied meer dan 2000 jaar voor Christus zijn ontstaan. Wij kiezen vandaag onze eigen weg richting het mysterieuze Solse Gat. Vanaf daar willen we via het Boshuis Drie (hopelijk met koffie en appeltaart) met een slinger terug naar Landgoed Schovenhorst voor de lunch.
Wanneer we de Prins Hendrikweg aflopen, bedenken we dat deze ooit is aangelegd voor Prins Hendrik zelf, zodat hij per koets zijn jachtgebieden kon bereiken. Het ochtendlicht speelt door het frisse groen van de sparren en we zien sporen van herten en reeën. Dan stuiten we op een pootafdruk die mogelijk van een wolf is. Of toch gewoon een grote hond? De kenmerkende X tussen de tenen lijkt er te zijn… maar honderd procent zeker zijn we niet.



Het Solse Gat: natuur en legende
De Prins Hendrikweg gaat over in de Drieseweg en na een aanwijzing van een paddenstoel slaan we rechtsaf richting het Solse Gat. Het bos hier is anders: loofbomen met grillige vormen geven het de bijnaam ‘bos met de dansende bomen’. De rechte bomen zijn in het verleden gebruikt voor houtproductie zoals de masten van boten. De kromme exemplaren zijn achtergebleven. Het is één van de oudere bossen in Nederland, een oerbos.


Negenhonderd meter na de afslag bereiken we het Solse Gat, een indrukwekkend zinkgat uit de ijstijd. Maar hier op de Veluwe vertellen ze liever het oude verhaal over het klooster uit de Middeleeuwen. Hier leefden monniken die hun ziel aan de duivel verkochten. Ze zopen en dansten met heksten en ‘leefden er maar op los’. Op een nacht met noodweer is het klooster in de grond weggezakt. Niets is er ooit teruggevonden, maar volgens sommigen hoor je rond middernacht nog de geesten van de monniken.
Het gat zelf is lastig vast te leggen op de foto; het is simpelweg te groot. Een jongetje probeert er met zijn fiets in volle vaart af te rijden – tot opluchting van zijn ouders komt hij er zonder kleerscheuren vanaf. Op korte afstand van het Solse Gat vinden we houtsnijwerk in de vorm van drie monniken. Zo wordt de legende levend gehouden.

Boshuis Drie (of toch niet)
We laten het Solse Gat achter ons en gaan richting de historische pleisterplaats Drie. We lopen over de rustige natuurcamping van Staatsbosbeheer. Er heerst een gezellige bedrijvigheid zo midden in de zomer.
Verderop komt de geur van versgebakken appeltaart ons tegemoet. Bij aankomst blijkt dat Boshuis Drie op maandag én dinsdag gesloten is. En vandaag is het dinsdag. Er wordt wel degelijk gebakken, maar dat is voor de rest van de week zegt een medewerker uit de keuken. Vriend Gert kijkt even bedrukt – eten op vaste tijden is voor hem bijna een heilige regel.


Langs oude handelswegen naar Landgoed Schovenhorst
We vervolgen onze weg via de Sprielderweg en de Postweg, ooit belangrijke handelsroutes tussen Amsterdam en Duitsland. De wagens die hiervoor gebruikt werden waren dermate groot dat er bredere wegen nodig waren. Je komt ook de naam ‘Hessenwegen’ tegen. De route ging namelijk naar de regio Hessen in Duitsland.
Als we op de Arnhemsekarweg komen lopen we richting Landgoed Schovenhorst.

Een groene afsluiter
Schovenhorst is ooit begonnen als experiment om te zien welke bomen in Nederland konden groeien voor de productie van hout. Je vind er dan ook bomen uit alle delen van de wereld. Het ‘arboretum’ is een heerlijke plek om nog even rond te struinen. We bewonderen onder andere de imposante sequoia of mammoetboom. Op het terras van de brasserie genieten we van de lunch. Dit geheel in de sfeer van het bos. Een mooie afsluiter van een heerlijke wandeling.

Voor wie nog energie heeft: aan de overkant van de Garderenseweg staat een 40 meter hoge bostoren. Vanaf de top heb je een panoramisch uitzicht over het Speulder- en Sprielderbos.

Buiten komt de binnenkant tot rust. Daarom wandel ik graag, bezoek ik nieuwe of bekende landen en kom daarna ook graag weer thuis. Eilanden hebben een bijzondere aantrekkingskracht op me, misschien omdat ik in een bos woon. Zo heeft iedere omgeving zijn charme en is dit ontdekken en ervaren een groot plezier. Door hierover te schrijven hoop ik jou, als lezer van OutdoorDichtbij, te inspireren tot het verkennen van nieuwe bestemmingen


