Nationaal Park De Groote Peel: wandelen over dode grond

Op de grens van Brabant en Limburg ligt een uniek stuk natuur. Nationaal Park De Groote Peel is een bijzonder hoogveengebied dat ooit 30.000 hectare groot was. Mocht je je daar wat bij willen voorstellen, dat is ruim 14.300 voetbalvelden. Tegenwoordig zijn er daar nog maar 1.400 hectare van over, wat toch meer dan 2000 voetbalvelden is. Wie een wandeling door dit gebied maakt, ziet in het landschap grote stukken van de geschiedenis terug. En misschien ook nog een ree, wat runderen of paarden en gegarandeerd heel veel vogels.

Privé-eigendom van de vogels
Wanneer je in De Groote Peel gaat wandelen, laat je dan niet tegenhouden door de drukte bij de ingang. De meeste mensen wandelen een klein rondje rond de eerste plas en bij de vlonderpaden. De echte schoonheid van de Peel ervaar je pas in rust en dat is voorbij de routes van de gekleurde paaltjes. Het is niet voor niks dat het merendeel van het Nationaal Park een groot deel van het jaar gesloten is voor bezoekers. Dit is namelijk de plek waar zo’n 100 soorten vogels hun thuis hebben en nog eens talloze trekvogels komen rusten. Speciaal voor de kraanvogels die ieder jaar neerstrijken gaan de poorten in het najaar op slot.
Wij gaan op pad wanneer wel het hele gebied bereikbaar is. Na nog geen 500 meter staat de eerste bezienswaardigheid al op het programma: de vogelkijkhut. Momenteel is de plas bevolkt met eenden en meerkoeten. In het verleden heb ik er ook wel vaker aalscholvers gezien. Wie er oog voor heeft, zou hier ook de geoorde fuut, de roerdomp en de bruine kiekendief moeten kunnen vinden. Op de oever aan de overkant laten zich heel soms hertjes zien. Maar alleen als het niet te druk is, want het wandelpad aan de andere zijde van de plas loopt er niet al te ver vandaan.

Het ontstaan van veen
De route brengt ons al snel buiten alle drukte, in een landschap dat vlak na de laatste IJstijd ontstond. Een natte periode brak aan, maar door het leem in de grond kon dat water nergens heen. Er ontstonden grote vennen met voedselarm water. Door het gebrek aan zuurstof stierven de planten in deze plassen af. Dat dode plantmateriaal stapelde zich op totdat deze laag het wateroppervlak bereikte. En zo ontstond laagveen.
Aan de randen van die vennen groeide een bijzonder plantje. Of ik moet zeggen ‘groeit’, want veenmos bestaat nog steeds. Met name in de natte delen, bijvoorbeeld bij de vlonders, kun je tegenwoordig het felgroene, stervormige plantje nog zien. Ongeacht de tijd van het jaar, want veenmos is er altijd. Deze plant is dol op water, het kan zelfs twintig keer het eigen gewicht opnemen. Met zijn blaadjes zuigt het regenwater op, want wortels heeft veenmos niet. Dit slimme plantje haalt eerst alle nuttige stoffen uit dat water en geeft vervolgens waterstofionen af die de grond verzuren.

Dat veenmos woekert op deze manier over het laagveen en sterft onderaan weer af. Zo wordt het pakket dood plantmateriaal steeds groter en ontstaat uiteindelijk hoogveen. Dit hele proces ging vroeger al langzaam, want na 600 jaar was er een pakket van zo’n 6 meter veen ontstaan. Door ons huidige klimaat en de omstandigheden in de natuur gaat dit proces nog veel langzamer dan vroeger. Het goede nieuws is dat de veenvorming nog steeds plaatsvindt, al is het ontzettend traag.
Opgegeten door het veenmos
De wandeling gaat vervolgens over wat drogere zandgronden. Soms staan hier paarden te grazen. De rust werkt bijna therapeutisch. Hier en daar staan wat groepjes bomen. Vooral berken, die overigens door de mens geplant zijn. Want dat veenmos is een agressief plantje. Het kroop de droge bossen in en maakte die steeds natter. De bomen konden zoveel water niet hebben, stierven af en werden zo ook onderdeel van het veen.
Even verder lopen we over een smal pad tussen twee vennen. Hier en daar zijn stobben (of ook wel peelpuisten) te zien, de resten van die bomen die opgevreten zijn door het veenmos. We lopen nu overigens precies over de grens tussen Brabant en Limburg.


Uit de oorlog
Wanneer we aan de rand van de Peel aankomen, lijkt het landschap ook minder nat. Hier staan de houten beelden ter herinnering aan de turfstekers, die het veen uitstaken en als brandstof verkochten. Aan de andere zijde van het pad liggen bunkers uit de Tweede Wereldoorlog die nu dienstdoen als thuis voor verschillende vleermuissoorten.
En Belfort Vossenberg. Vanaf het platform bovenop deze 22 meter hoge uitzichttoren lezen we dat de bunkers deel waren van een veel grotere verdedigingslinie. En dat het gebied al op de eerste dag van de oorlog in handen van de Duitsers kwam.





Een vleeseter!
Voorbij al deze bezienswaardigheden is de rust weer zo terug. Er loopt een fotograaf met een enorme telelens, maar hij schudt teleurgesteld zijn hoofd als ik hem vraag of hij al wat bijzonders heeft kunnen spotten. Het zijn vooral groepen grauwe ganzen die luid kwakend overvliegen. We besluiten de volgende kilometers in stilte af te leggen. Misschien zien we dan zelf ook wat anders dan ganzen.
Aan het einde van de route wachten de vlonderpaden nog op ons. We gaan op zoek naar een typische veenplant: de vleesetende zonnedauw. Dit plantje is er herkenbaar door de felgroene lepelvormige bladeren met donkerrode tentakels waarmee het insecten vangt. Geen succes deze keer. Eerder hadden we wel al het erg herkenbare veenpluis gezien. En tsja, het is winter, dus logisch dat we planten als lavendelhei en witte snavelbies niet herkennen. Binnenkort is de natuur hier weer alleenheerser. Benieuwd hoe het dan in de zomer eruit ziet.

Algemene informatie over wandelen in Nationaal Park De Groote Peel
Wij wandelden een route van ongeveer vijftien kilometer. Ons startpunt is Buitencentrum De Pelen in Ospel. Hier kun je ook veel informatie vinden over het gebied en is horeca. Bovendien kun je hier ook wandelroutes kiezen. Het overgrote deel van de Nationaal Park De Groote Peel is ieder jaar gesloten van 15 maart t/m 15 juli en een iets kleiner deel is ook van 15 oktober t/m 15 december gesloten. Dit vanwege de rust voor de vele broed- en trekvogels.
Rondom het Buitencentrum zijn de paden goed aangelegd en begaanbaar met rolstoel of kinderwagen. Ga je buiten het ‘centrum’, zoals bij deze wandelroute, dan zijn wandelschoenen een aanrader, want zeker in natte periodes kan het er flink modderig zijn.

Tekst & foto’s: Judith van Bilsen
Lees ook:

Ik ben altijd op zoek naar die kriebel in je buik als je aankomt op een nieuwe bestemming. En dat dan in tekst en foto’s omzetten en hopen dat het diezelfde kriebel opwekt bij de lezer. Mijn artikelen vind je ook op mijn website jlovestotravel.com, op Mountainreporters.com, in Bergen Magazine en Wandelmagazine.