Zodra ik bij knooppunt Zurich de afsluitdijk opdraai besluipt mij eigenlijk altijd een licht opgewonden vakantiegevoel. Dit gevoel wordt versterkt door de eerste blik op de glinstering in het water van het IJsselmeer. De reden hiervan is waarschijnlijk de associatie van deze route met de boot naar Texel. Deze keer zou de eindbestemming echter een klein stukje dichterbij liggen. Ik ging een dag sfeer proeven in het voor mij relatief onbekende stukje Nederland dat is ingesloten tussen de Noord- en Waddenzee.

Ik had er ongeveer twee uur rijden op zitten toen ik aan de “andere kant” van de afsluitdijk de afslag Den Oever nam. Kleine straatjes voerden door een knus woonwijkje met kleine schakelwoninkjes. Waren dit oorspronkelijk huizen van vissers? Het zou zomaar kunnen. Kort daarna arriveerde ik op het haventerrein. De zilte zeelucht, het geroep van meeuwen en de kraken van de aanmeerde schepen lieten niets meer aan de verbeelding over.

Vis

Van een groot bord las ik ‘Visafslag Hollands Noorden’. Voor de ingang aan de voorzijde stond een bonte mix van vroege klanten, ze waren te herkennen aan hun gevulde witte plastic tasjes, en visboeren met schorten en blauwe handschoentjes. Binnen was het bedrijvig. “Toch was het vroeger wel drie keer zo druk”, beweerde visboer Rob die me tijdens het schoonmaken van een wijting even te woord stond.

“Mensen hebben gewoon minder te besteden en vis is voor velen een luxeproduct geworden. Dat is gewoon jammer”. Rob verdiende doordeweeks de kost als buschauffeur en hielp al twintig jaar op de visafslag. “De meesten hier zitten parttime in de vis en hebben er een baan naast.” Onder goedkeurend oog van de klant stapelde hij de wijtingfilets vakkundig op elkaar en spoelde hij vervolgens zijn mes af onder de kraan.

Enkele minuten later stapte ik in de auto en zag ik even verderop een rookpluim opstijgen. Toen ik dichterbij kwam werd door de typische lucht van gerookte vis snel duidelijk dat de deze rook van een rookoven afkomstig moest zijn. Naast een parkeerterrein stonden, gedecoreerd met visnetten, een foodtruck en de imposante betreffende rookoven. Van een bord was af te lezen dat ik bij palingrokerij Kay was.

Ik besloot even een praatje te maken met de palingboer die een vers blok brandhout in de rookoven legde. “Dit is eigenlijk uit nood geboren”. “Tijdens corona sloten er natuurlijk veel eetgelegenheden, dus doken wij dat gat in de markt in.” Harm Kay vertelde dat hij het naast zijn vaste verkoopplek met de foodtruck met name van catering-partijen moest hebben. Het kleine familiebedrijf met mooie en eerlijke producten bleek al snel een succesformule.

De paling vangen wij in het IJsselmeer. “Je hebt onderweg hier naartoe waarschijnlijk de paaltjes in het water wel zien staan”. Met de kleding doordrongen van de rookgeur reed ik door naar Hippolytushoef.

Museumboerderij Jan Lont 

Het toeval wilde dat het vandaag de ‘Dag van het Wad’ was en er van allerlei activiteiten waren georganiseerd bij museumboerderij Jan Lont. Er werd verse kibbeling en koffie uitgedeeld door vrijwilligers. Een groepje dames stonden onder aanmoedigend geluid van de workshopleidster foto’s met hun telefoon te maken van bloemen in de boerderijtuin. Verderop zaten mensen in een kringgesprek verhalen uit te wisselen. Het idee was dat jongeren vragen stelden aan ouderen over het leven op het oude Wieringen.

Balgzand 

De weg naar Den Helderis een tussenstop waard. Als je van vogels houdt, is het zelfs een must. Het Balgzand is een langgerekte kwelder gebied (kwelder= buitendijks kustgebied dat bij eb droogvalt) dat zich uitstrekt van het voormalige Zuiderzee-eiland Wieringen tot aan het oosten van Den Helder. Omdat het getij hier twee keer per etmaal het wad drooglegt, is dit een ideaal gebied voor vogels die zich te goed doen aan het in grote getale aanwezige voedsel, zoals wormen, schelpen en garnalen. Neem je verrekijker mee want van achter het vogelkijkscherm zie je echt van alles!

Mariëndal 

Den Helder is de stad van de marine. Je hoeft niet eens zo goed op te letten om dat te constateren. Het meest in het oog springende bewijs hiervan is de centraal gelegen Willemsdokhaven, een historische marinewerf waar tegenwoordig onder andere een aantal musea en hippe eetgelegenheden gehuisvest zijn. Wat weinigen weten is dat je in Den Helder nooit ver van de natuur verwijderd bent.

Wat weinigen weten is dat je in Den Helder nooit ver van de natuur verwijderd bent.

Ik stapte uit bij de parkeerplaats van het natuurgebied Mariëndal. Het was werkelijk prachtig weer vandaag dus dat betekende dat er veel bezoekers waren. Een goed begin van een bezoek aan het Mariëndal is het beklimmen van de uitkijktoren die in alle richtingen een mooi uitzicht geeft. Bij de hoofdingang van het Mariëndal staan er een drietal routes aangegeven die je door het natuurgebied leiden.

Mijn aandacht ging met name uit naar het grote weiland dat werd aangeduid met ‘struinnatuur’. Na een klaphekje volgde ik een zandpad waarvan al snel onduidelijk werd waar deze naartoe leidde. Op een gegeven moment was het pad volledig overgroeid door hoog gras en kon het struinen beginnen. Bij ieder stap schoten vlinders omhoog. In een oogwenk merkte ik de schuchtere blik van een haas op. Dit alles in een zee van hoge grassoorten en kleurrijke bloemen.

Lange Jaap 

De vuurtoren van Kijkduin, in de volksmond beter bekend als de Lange Jaap, is al heel wat jaren afgesloten voor publiek. In de vloersegmenten en wandpanelen zijn scheuren ontdekt wat de hoogste gietijzeren vuurtoren van Europa (63,45 m) instabiel en dus onveilig voor publiek maakt. Er wordt momenteel gekeken of hetrijksmonument gerestaureerd kan worden. Het exterieur biedt in ieder geval nog onveranderd indrukwekkend aanblik.

Mocht je een uurtje over hebben is een wandeling langs de zeedijk met het uitzicht op de Lange Jaap aan de ene, en de voorbijvarende schepen aan de andere kant zeer de moeite waard.

Wil je zelf ook de Nederlandse Wadden beleven? Meer informatie en inspiratie vind je op www.visitwadden.nl/nl