Wandelverhalen uit Limburg: Hoensbroek met de honden

Wandelverhalen uit Limburg: Hoensbroek met de honden
Door Tammy Pagen
In mijn woonplaats staat Kasteel Hoensbroek, een van de best bewaarde kastelen van Europa. Het kasteel kent diverse bouwperiodes van ongeveer 1375 tot 1725 (maar het oudste gedeelte waar het kasteel rondom opgebouwd is, stamt uit nog vroegere tijd) en is te bezoeken als museum, te boeken als feestlocatie en het biedt de mogelijkheid om er een hapje te eten. De eerste heer van het kasteel heette Herman Hoen, waar het kasteel haar naam aan ontleend.
In het Limburgs wordt Hoensbroek ‘Gebrook’ genoemd. Dit verwijst naar het moeras waar het kasteel gebouwd is. De Limburgse aanduiding ‘gebrook’ betekent namelijk ‘het moeras’. Het kasteel wordt omringd door een mooi natuurgebied in het dal van zowel de Caumerbeek als de Geleenbeek dat zich onder andere kenmerkt door het moeras, een visvijver en oud mijnspoor. Wekelijks maak ik vanaf de parkeerplaats een wandeling van ongeveer een uur door dit gebied met mijn teckels.


Ik loop tussen het kasteel en de visvijver die aan de overkant van de weg ligt de straat omhoog. Naast het kasteel ligt een moerasgebied waar diverse dieren leven. Zo kun je er op bepaalde momenten in het jaar zwanen zien broeden en zwemmen er vrolijk eenden en ganzen door het water tussen het kasteel en het moeras.

Langs het water
Ter hoogte van de Caumerbeek en waterzuiveringsinstallatie steek ik over. Hier ga ik een van de vele klaphekken door en start de wandeling in het natuurgebied, grenzend aan de vijver. Het pad achter het klaphek loopt tussen het water van de waterzuiveringsinstallatie en de Caumerbeek.
De Caumerbeek heet van oudsher ‘Auvermoer.’ Vroeger hadden de boeren in het gebied deze beek nodig voor zowel de af- als aanvoer van regenwater. Zij zagen de beek als een soort zorgzame moeder. ‘Auver’ betekent zorgzaam en ‘moer’ moeder.


Langs het water is er een rijke flora en fauna te vinden. Er zwemmen eenden en er zijn veel reigers die stokstijf de wacht houden. Ook vind je er diverse bloemen en planten.

Je moet diverse bruggen oversteken om door het gebied te kunnen lopen. Je passeert daarbij ook de Geleenbeek die ontspringt in Benzenrade en uitmondt in Stevensweert.



Op de vlucht voor koeien
Een aantal maanden per jaar houdt een boer zijn (in onze woorden) Milka-koeien in het gebied. Soms staan ze veilig afgeschermd in een afgesloten wei, maar soms doemen ze ook ineens op uit het hoge gras en moet je vlak langs ze lopen. Sinds een vriendin en ik vorig jaar tijdens een wandeling met de teckels door een groep koeien achterna gezeten zijn en op de vlucht moesten slaan, ben ik uiterst voorzichtig. Je weet maar nooit wanneer ze toeslaan… De dag na ons voorval stond er trouwens in het nieuws dat er koeien waren losgebroken en door het nabijgelegen dorp liepen!


Per spoor
De wandeling volgt voor een deel het oude mijnspoor dat vroeger van Nuth via Hoensbroek naar Brunssum liep. Het werd gebruikt om de steenkool uit de mijnen te vervoeren en verdween na de mijnsluiting in 1973. Tegenwoordig zijn er plannen om de route langs dit oude spoor nieuw leven in te blazen door het als recreatiegebied dienst te laten doen.

Een ander spoor dat ik passeer en een aantal keer oversteek, is het huidige treinspoor. Vlak bij een spoorwegovergang ligt B&B en schaftlokaal ‘De Naamse Steen’. Zeker een aanrader om een tussenstop te maken en te genieten van een zelfgemaakte slok limonade of stuk Limburgse vlaai in de gezellige binnenplaats, terras in de wei of natuurlijk in het schaftlokaal zelf.
De huidige hoeve was oorspronkelijk een onderdeel van een kasteeltje dat aan de westoever van de Geleenbeek lag en rond 1790 verdween; het Huis Laar. ‘De Naamse Steen’ verwijst naar het enige tastbare bewijs dat nog over is van ‘Huis Laar’: een Naamse steen met gotische versieringen die vermoedelijk uit het jaar 1500 komt.

Klaphekjes genoeg
Het gebied biedt veel fietspaden die onder andere het mijnspoor volgen. Ik steek na weer een spoorwegovergang een van die fietspaden over. Ook hier ga ik door een met klaphekjes afgezet gebied langs de Geleenbeek en loop in een lus aan de andere kant weer eruit.

Het is en blijft Zuid Limburg dus hier en daar zijn er wat (lichte) hoogteverschillen. Wanneer ik de lus na een korte klim heb uitgelopen, kom ik weer bovenaan het fietspad terecht dat ik opnieuw oversteek. Hier staat een bankje met uitzicht op het gebied waar ik net vandaan kom. Ik ga hier weer een klaphekje door en zie een aantal bomen waar prachtige zwammen tegenaan groeien.


Hier loop ik weer naar beneden langs de beek tot het volgende klaphekje en steek wederom het fietspad over. Rechts zie ik nu de achterkant van ‘De Naamse Steen.’ Ik ga linksaf en even verderop is er, jawel, weer een klaphekje dat ons terugvoert in het gebied langs de waterzuiveringsinstallatie.
Ik loop via het pad langs het gras weer dezelfde weg terug en zie achter de visvijver het kasteel opdoemen. Ik wandel totdat ik het eerste, en tevens dus laatste klaphek, bereikt heb en steek dan de weg over om langs de gracht van het kasteel richting auto te lopen.

Breng een bezoek!
Een wandeling door dit gebied is prima te combineren met een bezoek aan kasteel Hoensbroek. Tevens is de route makkelijk uit te breiden of in te korten door te kiezen voor diverse zijpaden die bijvoorbeeld naar de omgeving van Nuth, Vaesrade, Schinnen of Terschuren leiden. Bij de ingang van het kasteel kun je een routebeschrijving krijgen door dit gebied met diverse wandelopties.

Op pad in de vroege ochtend of juist ’s avonds laat, door het heuvelland, de bossen, holle wegen en hei; ik geniet van alles wat de Limburgse natuur te bieden heeft. Wandelschoenen aan, teckels mee en ik ben weg!