Verkenning van nieuwe natuur: leren over Nieuw Land

Tekst: Manja Herrebrugh. Foto’s: Marloes van Pareren & Manja Herrebrugh
Nederlands jongste provincie wordt steeds bekender en geliefder. Vogelaars en natuurfotografen weten de Oostvaardersplassen al lang te vinden, en veel Amsterdammers verkassen naar Almere of Lelystad. Bovendien wordt het gebied steeds interessanter voor nieuwe soorten vogels, vlinders en insecten. Wij – Marloes en Manja – gaan op ontdekkingstocht in de nieuwe natuur die de provincie rijk is, in Nationaal Park Nieuw Land.
We mogen met Staatsbosbeheer mee op expeditie in het Kotterbos, genieten van een lunch op het water, maken een uitstapje naar het Wilgenbos en gaan culinair genieten van ‘wat deze week van het land kwam’. Ook zeilen we naar de Marker Wadden. Maar dat is pas morgen, en dat lees je hier.

Rondleiding in het Kotterbos
Hij komt met de fiets, Staatsbosbeheervrijwilliger Michiel Babeliowsky. Een lopende encyclopedie vol met feitjes en weetjes over dit stukje Flevoland, zo blijkt later. ‘We moeten nog even wachten op Edwin. Die gaat in de toekomst ook rondleidingen verzorgen.’ Deze Edwin Doeven blijkt inderdaad ook zo’n wandelend boekje te zijn, maar dan met allerlei weetjes over vlinders. Ook merkt hij allerlei kleine insecten op. Een waardevolle toevoeging aan de groep! We verzamelen bij de informatiekaart op de parkeerplaats van het Kotterbos. Als we compleet zijn, gaan we van start en vullen onze hoofden zich met de eerste informatie. ‘In 1968 werd de polder drooggemalen, maar het natte deel – waar nu de Oostvaarderplassen zijn – bleef ongebruikt. De natuur liet dat zich geen twee keer zeggen, waardoor moeras ontstond met plassen, rietvelden en wilgenbossen.’
Het Kotterbos is deel van een aantal bosgebieden die een functie hebben als bufferzone en overgangsgebied naar het omliggende grootschalige agrarische gebied, en naar het stedelijke gebied van Almere en Lelystad. ‘Het is zo’n mooi bos, maar bijna niemand die hier komt kijken’, zegt Michiel. ‘Behalve nu. Want er is op dit moment een heel bijzondere vogel te zien, die je maar weinig ziet in Nederland…’. Dat begint goed!

Kijken en vertragen
We zijn op pad. Onderweg worden we getrakteerd op een fluitconcert van allerlei soorten vogeltjes die zich schuilhouden in de bosjes om ons heen. Michiel staat soms opeens even stil, steekt zijn vinger omhoog en zegt dan: ‘dit is de tuinfluiter’ – of: ‘ja, nu hoor ik de zwarte karekiet, luister maar!’ We passeren de natuurboulevard, waar de oevers natuurvriendelijk aangelegd zijn. Je vindt er bevers, reeën, vossen en hazen. Met zijn viertjes kijken we veel naar boven, of juist dicht op de grond naar beneden. Wat is er veel te zien – je moet alleen wel kíjken. Een goede manier om te vertragen in deze snelle wereld.








De slangenarend
En dan zien we hem. Dé vogel waar alle vogelaars voor naar het uitkijkpunt zijn gekomen: de slangenarend. Een roofvogel van formaat: hij is anderhalf keer zo groot als een buizerd – zijn spanwijdte kan tot 1,8m breed zijn. Hij is een overzomeraar – dus hij trekt in de herfst / winter weer verder. Hoog in de lucht is hij op zoek naar, zoals zijn naam al doet vermoeden, slangen en reptielen op de grond. Dat zijn hier in het Kotterbos vooral de ringslangen. En laten we die nou ook tegenkomen. Hij vliegt hier niet voor niks!


Sporen
Sporen van de specht, sporen van bevers, sporen van reeën – kijk maar eens goed: de blaadjes van die prachtige oude boom beginnen precies op de hoogte waar de reeën niet meer bij kunnen.. ik probeer alles te noteren op het kladblokje op mijn telefoon, maar het past niet. Ik ben na het weekend toch weer wat vogel- en vlindersoorten vergeten. Ach, oefening baart kunst!




Bijkomen met flammkuchen
Het rondje waar we normaal twee uurtjes over zouden doen, duurt op deze manier echt twee keer zo lang. De tijd vliegt. Met een hoofd vol informatie en een lege maag mogen we daarna even bijkomen en lunchen bij het paviljoen van Natuurbelevingscentrum De Oostvaarders. De flammkuchen smaken heerlijk. Het mooie is dat deze wandeling met de lunch erbij als pakketje te boeken is. Maar de kwaliteit van het eten is niet het enige wat hier goed geregeld is. Je eet bij Paviljoen De Oostvaarders echt ‘op het water’. De watervogels kunnen hier in Nieuw Land zo langs je heen zwemmen – zo voelt het in ieder geval wel. En na de lunch – of aan het begin van je wandeling – is het leuk om even ‘naar boven te lopen’ – daar vind je goede verrekijkers om de omgeving af te speuren. Ook kun je even gaan zitten voor een informatiefilm en bijvoorbeeld een opgezette zeearend bewonderen. Best indrukwekkend!





Het wilgenbos
‘Vind je ook niet dat we al zoveel gezien hebben?’, vraag ik aan Marloes. Ik geniet enorm van de rust van het bos waar we doorheen gelopen zijn en tegelijk de gezelligheid van de horeca in Nationaal Nark Nieuw Land. We stappen de auto in: we gaan op weg naar de Lepelaarplassen, ook onderdeel van het jongste nationaal park van Nederland. Omdat de tijd ietwat begint te dringen, besluiten we een korte wandeling door het Wilgenbos te maken in plaats van een hele lange rond de Lepelaarplas. En dat is een goede keuze. We wandelen over graspaadjes en wanen ons echt even weg van de bebouwde kom, terwijl je er eigenlijk vlakbij zit. ‘Rond de voormalige zandwinplas en op het Wilgeneiland domineren schietwilgen het bosbeeld. Maar er groeien ook struikvormige wilgensoorten zoals geoorde wilg, amandelwilg en boswilg. Veel bezoekers maken de vergelijking met een oerbos of regenwoud.’ – bron: Het Flevo-landschap.




Boomhut midden in Lelystad
Na al dat gewandel gaan we richting onze slaapplek voor vanavond: Buytenplaets Suydersee. Een camping waar je allerlei soorten overnachtingsmogelijkheden hebt – van pipowagen tot tuinhuisje. Natuurlijk kun je ook gewoon je eigen tent opzetten! Wij slapen in een boomhut. Midden in Lelystad, dus! Een hele mooie uitvalsbasis voor een bezoek aan Nationaal Park Nieuw Land. Wij steken vast een vuurtje aan. De volgende ochtend blijkt het ontbijtje bezorgd te worden en ons goed voor te bereiden op de tocht naar de Marker Wadden! Maar dat is morgen. Voor nu komen we even tot rust, turend naar de vlammen en met een kopje koffie in de buurt.










Flevoland op ons bord
Zo, nu we geinstalleerd zijn kunnen we er wel weer op uit. We gaan culinair genieten bij Boerkok. Ons is beloofd ‘de smaak van Flevoland te gaan proeven’, en wij zijn daar inmiddels wel erg benieuwd naar geworden. Na een frisse douche en een nieuwe outfit, worden we hartelijk ontvangen in de prachtige boeren kas van Boerkok. Een familiebedrijf met chef Gerhard Flantua aan het roer. Donderdag tot en met zondag kun je à la carte komen eten. Op zich al een feest, maar wij mogen aanschuiven bij het wekelijkse viergangen burenboerendiner op de zaterdag. Slow voed, zoals ze het zelf noemen. Eten dat de buren – boeren – hebben verbouwd. Gerhard Flantua vertelt vooraf dat ze werken met dat wat er op dat moment is. ‘Wij werken andersom: veel mensen pakken een recept, en zoeken de ingrediënten erbij. Wij kijken wat we hebben gekregen van het land van onze buren, en maken daar een nieuw recept van. Daarom kun je soms verrassende combinaties tegenkomen.’ Bij elke gang wordt aan de tafel uitgelegd wat je voor je neus hebt staan. Ook wordt de locale wijn van landgoed Wilgenhorst – bij Zeewolde – bij elke gang uitgelegd. We genieten enorm van het lekkere eten, maar ook van de familiaire en gastvrije sfeer in deze mooie kas. Je voelt het plezier en de passie voor eten in alles doorsijpelen.










Slapen in de boomhut
Met een gevulde maag gaan we tevreden naar onze boomhut. ‘Bizar wat je allemaal op een dag kan doen he’, zegt Marloes tijdens het tandenpoetsen tegen me. ‘Morgen gaan we zeilen naar de Marker Wadden. Bizar hoe afwisselend zo’n weekendverkenning van nieuwe natuur, Nieuw Land, kan zijn.. dat had ik eigenlijk niet verwacht’. En ze heeft gelijk. De regen begint te kletteren op het dak. Wij haasten ons naar ons onderkomen. Dat wordt heerlijk slapen zo.

